KAPERBERG 6
EUPEN

OKTOBER 2023 | Ik sta op de Kaperberg in Eupen. Twee dagen geleden vierde de Duitstalige Gemeenschap haar 50-jarig autonomiejubileum in België. Het empiregebouw waarin de lokale excellenties op 23 oktober 1973 Belgische geschiedenis schreven, is vandaag een doorn in het oog van de leerlingen van de naburige Pater-Damian-Sekundarschule. Voor ze de schoolpoort naar binnen druppelen, banen ze zich tokkelend op hun smartphones vervaarlijk een weg langs de stellingen. Andere op hun beurt worden in speels trekken en duwen tegen de werfsignalisatie gemikt.

Op die oktoberdinsdag vond achter deze façade de eerste vergadering van de Rat der deutschen Kulturgemeinschaft plaats. Het weinig genereuze werkingsbudget van 12 miljoen Belgische Frank (ongeveer 300 000 euro) ten spijt, waren de Duitstaligen optimistisch. De lokale krant GrenzEcho kopte feestelijk Ein neuer Anfang für Ostbelgien (Een nieuw begin voor het oosten van België) en de woorden van voorzitter Willy Schyns: Wir haben es ehrlich gemeint (We hadden oprechte bedoelingen). De eerste vijf decennia in Belgisch staatsverband waren op zijn zachtst uitgedrukt ongemakkelijk geweest, maar hun Cultuurraad symboliseerde dat politiek Brussel de Duitstaligen finaal als een volwaardig onderdeel van het prille, federale België had erkend.

Die eerste zittingen zouden nochtans de karikatuur van een Brits Lagerhuisdebat worden. De katholieke, socialistische en liberale partij moesten voor het eerst rekening houden met de piepjonge en al populaire Partei der deutschsprachigen Belgier (PDB). De voortvarendheid waarmee de PDB wilde werk maken van het autonomieproces botste met de voorzichtige aanpak van de klassieke tripartite. Autonomie voor de Duitstaligen en adhesiebetuiging aan België grepen elkaar bits op de flank. De politieke kringen in Brussel konden slechts vaststellen hoe verdeeld de Oost-Belgische partijen over mogelijke toekomstvisies waren.

Mijn ogenschijnlijk banale foto vat de merknaam Ostbelgien goed samen. Hier niet de stellingbouw van Kontrimmo, zoals alomtegenwoordig in Vlaanderen, wel van het Nederlandse Layher: tenslotte voelen de Duitstaligen zich kiplekker in de Euregio. Aannemer Hepp houdt kantoor in het Groothertogdom Luxemburg: sinds enkele jaren pendelen alsmaar meer werknemers naar het Groothertogdom, ten nadele van Duitsland. Elektricien Heinen is de lokale variant van de oer-Vlaamse Janssens of Peeters. Schrijnwerker Weynand uit Elsenborn kondigt zijn aanwezigheid hier in het Frans en in het Duits aan. Hij en studiebureau Aupa uit Verviers getuigen dat het taalgekissebis uit de jaren 1970 al lang geen punt meer is. Met wat goede wil lijkt de Kaperberg op een stijgende grafieklijn: een rake metafoor voor de economische gezondheid van de regio.

Er vloeide dezer dagen in Vlaanderen geen millilitertje inkt over de verjaardag die Osbelgien viert. Dit onverbeterlijke gebrek aan interesse voor de Duitstaligen steekt schril af bij de vaststelling dat in elk geval hùn Belgische realiteitszin de voorbije halve eeuw wel is geëvolueerd.

Zwart-witfoto's tonen excellenties met bakkebaarden en een spreekgestoelte met bakelieten telefoons. Vandaag zijn de haren getrimd, de telefoons weken al lang geleden voor notebooks. De statige ramen en de vergulde luchters van het 19de-eeuwse koopmanshuis werden in 2013 verruild voor een licht interieur in de Bovenstad. 50 jaar autonomie geeft de dames en heren van het parlement sindsdien ook letterlijk een klare kijk op de wereld.

Met uitzondering van een interview met minister-president Paasch in De Zondag vloeide dezer dagen in Vlaanderen geen millilitertje inkt over de verjaardag die Ostbelgien viert. Ook 50 jaar geleden raakte de Vlaamse pers het item slechts in de binnenpagina's kort aan. Dit onverbeterlijke gebrek aan interesse voor de Duitstaligen steekt schril af bij de vaststelling dat in elk geval hùn Belgische realiteitszin de voorbije halve eeuw wel is geëvolueerd.