HERBESTHALER STRAßE
EUPEN
MEI 2023 | Eerder deze week verscheen de Canon van Vlaanderen: het ABC van het Vlaamse, collectieve bewustzijn. De inkt op de 336 bladzijden nog niet droog, namen de media enkele trefwoorden al onder vuur. Ik voel me niet geroepen mee in het vuurpeloton te staan, al ben ik toch nieuwsgierig te vernemen waarom het woord lintbebouwing exclusief Vlaams zou zijn: is deze vormgeving van de openbare ruimte een Vlaamse vondst of zijn de woninglinten er afgemeten op wereldschaal het langst?
Exclusief Vlaams is het in elk geval niet: dit beeld toont de elkaar overtroevende reclamepanelen langs de Herbesthaler Straße in Eupen. Vergelijk deze verkeersas gerust met onze A12, in Antwerpen bekend als Boomsesteenweg. Het is het achterhaalde zinnebeeld van Maatschappij Auto: elk denkbaar merk koop je hier bij een officiële dealer, schoon houd je hem bij de wasstraten die je met molenwiekende skydancers binnenlokken. Daartussenin een ononderbroken lint drive-in-eetadressen, grote elektrozaken die op de radio werven met Parkplatzgarantie vor der Tür en de bekende supermarkten die zonder auto vanuit het stadscentrum allesbehalve comfortabel bereikbaar zijn.
Ik kan niet inschatten wat een wandeling langs dit oerwoud vol lichtreclames en banners het gevaarlijkst maakt: de uitlaatdampen van de sliert voertuigen tussen de E40 en het stadscentrum of de dode hoeken van uitwijkende trucks. Alleen op zondagvoormiddag hapt de Herbesthaler Straße even naar adem en merk je in deze rust dat de meeste handelaars er zich zichtbaar van bewust zijn dat Eupen een Duitstalige stad is met een beschermde, Franstalige minderheid. Onder meer Brico Eupen heet iedereen tussen 8 en 19 uur Willkommen en Bienvenue. Buur Lidl adverteert uitsluitend in het Frans. Ook dat andere Duitse grootwarenhuis, Aldi, heet zijn klanten eentalig welkom met Bonjour et bienvenue. Als Vlaming veer je nog altijd recht bij de cynische vaststelling dat een Duitse onderneming de 78 000 Duitstalige Belgen gemakshalve als Franstalig beschouwt.
Hoewel een Belgische wet uit 1977 bepaalt dat de beschrijving van een voedingsproduct moet opgesteld zijn in de officiële talen van het gebied waar het wordt verhandeld, moeten de Duitstalige Belgen zich in de regel tevredenstellen met uitsluitend Nederlandstalige en Franstalige informatie op de verpakking van de levensmiddelen die ze hier in de winkels vinden.
De ongemakkelijke voorgeschiedenis in België heeft de Duitstaligen pragmatisch gemaakt. Liever dan over taalgebruik te debatteren, ontdekken zij in het Engels toekomstkansen.
Pols je Duitstaligen naar hun gevoel bij dit taalcynisme van pakweg Aldi en Lidl, dan volgt vaak een werkloos schouderophalen. De ongemakkelijke voorgeschiedenis in België heeft haar inwoners pragmatisch gemaakt. Liever dan erover te debatteren, zijn noord en zuid overtuigd van het nut van de lesjes Frans die hun kleuters al op school krijgen. Dankzij die taalbagage studeren ze als jongvolwassenen moeiteloos af aan de universiteiten in Luik of Luxemburg. Wat vandaag zeker is, is dat morgen niet meer: de Nederlandse Maastricht University verwelkomt sinds 15 jaar almaar meer Duitstalige jongeren. Zij ontdekken daar in het Engels als doceertaal maximale toekomstkansen in de Euregio Maas-Rijn, het samenwerkingsverband waaraan Duitstalig België veel gewicht geeft.
Tijdens de lange rit naar huis vraag ik me af of meertaligheid als Vlaams trefwoord in de Canon is opgenomen. Of legt de geroemde, Vlaamse meertaligheid zoals Pisa-studies suggereren tegenwoordig de duimen voor pakweg de viertaligheid van vele Duitstalige Belgen…?