ZOLLHÄUSSCHEN
BUCHHOLZ

JULI 2023 | Wie Michael Hanekes Das weiße Band kent, weet met welke beelden ik als voorpret aan een weerzien met Buchholz denk. Voor alle duidelijkheid: ik verwijs naar Hanekes fotografie, niet naar de gruwelijke gebeurtenissen in diens prent. Voor zover ik weet, werden er hier geen schuren met kwaad opzet in brand gestoken, evenmin verdwenen er kinderen of werd het paard van de arts opzettelijk ten val gebracht.

Vandaag is de eerste zomervakantiedag van het jaar. De zoveelste Nederlandse sleurhut op de slopende beklimmingen van de E42 naar het oosten inhalend, wik ik glimlachend de kans groot dat ik op deze vakantiesnelweg de enige zonderling ben die niet naar het meer van Bütgenbach of de campingplaatsen rondom Sankt-Vith onderweg is, maar naar een geknipte opnamelocatie voor een arthouse film.

In Lanzerath loodst de laatste verharde weg op Belgisch grondgebied noordwaarts door grenswoud, dat de bewoonde wereld in de achteruitkijkspiegel als een groen gordijn achter me sluit. Nauwelijks enkele minuten later het weerzien met het verlaten hotelletje Waldfrieden, waarnaast de op rust gestelde houtzagerij en de als broodkruimels verspreide huizen langs de smalle asfaltweg.

Mij zijn in de streek weinig even zuivere variaties op het thema stilte bekend. Goed, de plaatselijke toerismekantoren framen de streek sinds vanouds als bezinnend stil. In de gulle wouden en op de uitgestrekte plateaus wandel of fiets je de stilte inderdaad moeiteloos tegemoet. Hier dragen zelfs de weinige gebouwen bij aan het volstrekt uitblijven van geluid. Hooguit suist er een sporadische fietser op de oude spoorwegberm voorbij, vanwaar een blik op deze douaniershuisjes uit de vroege 20ste eeuw charmeert. Elders in de streek vallen de vele, exacte kopieën die overleven op door hun lelijkheid. Ik heb ze al vaak ten prooi zien vallen aan torenhoog onkruid, aan onhandig schilderwerk in pastelkleuren, kreunend onder overmaatse zonnepanelen ook. Blijkbaar genieten ze dus nog geen bescherming als monument.

Vandaag leven de enkelingen hier bewust in kluizenaarschap. Dat heeft niets vandoen met een vervlogen maatschappij die bij voorkeur monochroom wordt gekadreerd.

Voor deze beide koppelwoningen werd er duidelijk wel goed zorg gedragen. Met wat verbeelding lijken ze op twee oude tantes die gezellig dicht bij elkaar het komen en gaan van de dagen dankbaar aanzien. De ene liet zich recent cosmetisch aanpakken, de andere bewaart nog de sporen van haar oude dag. Elk van deze daken bood telkens twee douaniersgezinnen een thuis, vandaag herbergt een van de vier woondelen een vakantiehuis.

Nadat ik deze foto heb gemaakt, verwijl ik nog een tijdlang in het kniehoge weidegras. Ik besef dat mijn eerdere verwijzing naar Das weiße Band in ten minste één opzicht naast de kwestie is. In zijn zwartwitfotografie brengt Haneke het Noord-Duitse platteland aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog tot leven. De variaties op groen en bruin die de hete julizon hier gul boven de ongemaaide akker laat trillen, bewijzen dat Hanekes zwartwittrucje Buchholz geen eer zou bewijzen. Vandaag leven de enkelingen hier bewust in kluizenaarschap, precies zoals al diegenen die hen in de voorbije eeuwen voorgingen. Dat heeft niets vandoen met een vervlogen maatschappij die bij voorkeur monochroom wordt gekadreerd. Daarvan getuigen ook recente led-straatverlichting en een plompe SUV die zich met een nauwelijks gecontroleerde elektrische quick launch ter hoogte van de paardenmelkerij lanceert.

Nu pas zie ik de twee buizerds die geruisloos cirkels draaien, hoog boven dit tableau-vivant. Tijdloos wordt vaak te vanzelfsprekend gebruikt. Buchholz is tijdloos.