KRIEGERDENKMAL
RAEREN

JULI 2023 | Met de komst van nieuwe, ondergrondse infrastructuur kreeg Raeren twee jaar geleden een ingrijpende make-over. Het vroegere dertien-in-een-dozijncentrum werd een pokdalige oase van witgele stenen waarop de zomerzon genadeloos weerkaatst. Ik gun de landschapsarchitecten nog het voordeel van de twijfel dat het geheel tenminste op de tekentafel opgeruimd oogde.

Een omweg langs Raeren loont nochtans de moeite, al was het maar om je bij dit oorlogsmonument op het dorpsplein te vergapen aan een heerlijk absurd brokje vaderlandse geschiedenis. Precies een eeuw lang was het beeld prominent aanwezig geweest aan de straatzijde; de dorpsvernieuwers parkeerden het twee jaar geleden in een banaal hoekje. Jong en oud stept en schuifelt er sindsdien achteloos aan voorbij. Herinneringen aan de wereldoorlogen worden ook in deze streek hoe langer hoe meer virtueel van aard.

Als een van de slachtofferstaten van het Duitse imperialisme koesterde België na de Eerste Wereldoorlog ambitieuze gebiedsuitbreidingen. De annexatie van een flink deel van de westelijke Rijnoever was er een van. De Volkenbond gunde België in 1920 uiteindelijk alleen de voormalige Duitse kantons Eupen, Malmedy en Sankt-Vith. De 60 000 inwoners toentertijd mochten zich van de geallieerde staten voor of tegen deze nationaliteitswissel uitspreken. Zo'n volksraadpleging in de democratische betekenis van het woord zou er nooit komen: België maakte er in 1920 een farce van die de regio en haar bevolking tegen wil en dank Belgisch maakte.

De Belgische generaal Herman Baltia werd door toenmalig premier Delacroix aangesteld als gouverneur van deze oorlogsbuit. Historici zijn er nog niet uit waarom precies Baltia werd uitverkoren: was het omdat hij zijn sporen al had verdiend in het besturen van Belgische kolonies in Afrika of omdat hij als katholiek – die ook een woordje Duits sprak – in de gratie van de nieuwe Belgen moest vallen? Wat er ook van zij, Baltia moest de plaatselijke neuzen richting Brussel wenden. Net in functie, richtte hij de Commission des monuments et sites op: een comité dat erop toezag dat elk spoor naar het Pruisische of Duitse verleden zou verdwijnen. Bestaande Duitse oorlogsmonumenten en beelden van heldhaftige Pruisen werden verwijderd.

Ik kan me moeilijk voorstellen dat er elders in de wereld een tweede monument bestaat dat zo'n merkwaardige boodschap evoceert: hulde brengen aan de oude vijand.

Van Baltia mocht de Raerense bevolking na de Eerste Wereldoorlog rouwen om haar gevallen zonen en echtgenoten. Hij gaf de toelating een monument op te richten, op voorwaarde dat dit zou getuigen van respect voor het nieuwe vaderland België. Het leverde een blauwe steen op die de namen van de gesneuvelde dorpsgenoten – in de periode 1914-18 Duits – vermeldt, een gebeeldhouwde figuur in Belgische militaire outfit legt een krans voor hen neer. Lees dit merkwaardige plaatje gerust als een eresaluut aan voormalige vijanden. Als miskenning ook van de natie waarvoor ze gesneuveld waren.

Het oorlogsmonument maakt dit plein in een oogwenk minder doordeweeks. Ik kan me niet voorstellen dat er ergens op aarde een tweede monument bestaat dat zo'n surrealistische boodschap evoceert: hulde brengen aan vroegere tegenstanders. Historici ontcijferen in het tafereel tegelijk een symbool van verzoening: de jongemannen zouden ook in de nieuwe Belgische werkelijkheid niet vergeten worden.

Spreekt het Kriegerdenkmal de partizaan of de pacifist aan? Kom je ter plaatse verbazen en ga met je reisgezellen de nachtelijke discussie aan met een druppel van de nabije distilleerderij Radermacher. Zonder twijfel beroer je in de plaatselijke kroeg nog menig gemoed.