MIERELTER WEG
BURG-REULAND

OKTOBER 2025 | Maldingen was nog Pruisisch toen Paul Gérardy er in 1870 het levenslicht zag. Al op vroege leeftijd verloor hij zijn beide ouders en werd hij door een oom in Belgisch Luik opgevoed. De decennia rondom de eeuwwisseling waren horror voor de grensbewoners. Bij leven verruilden ze geregeld hun nationaliteit: niet omdat ze emigreerden, maar omdat staatshoofden onverstoorbaar aan lands- en taalgrenzen morrelden. De Pruis met de Franse familienaam weigerde zich te bekennen tot een nationaliteit. Ich bin aus meinem Dorf, und das genügt mir was zijn credo.

Gérardy's lyrische pen charmeerde op wereldsere plaatsen dan sein Dorf. Hij verliet Maldingen en vestigde zich onder meer in Oostende, München en Parijs. Met Les Carnets du Roi verbrandde hij abrupt de brug naar de bellettrie. In een reeks brieven legt een arrogante autocraat met een witte baard uit dat hypocrisie, verraad en dubbelspraak relevanter zijn dan het welzijn van het volk te behartigen. Ondubbelzinnig scalpeerde Gérardy de Belgische koning Leopold II. Na een even scherpe pennentrek riep hij later ook de toorn van de Pruisische keizer Willem II over zich.

Toen de schrijver in 1933 bankroet en vereenzaamd in Brussel stierf, overleed ook zijn werk. In de schaarse hints naar zijn naam wordt hij omschreven als bruggenbouwer tussen culturen en bemiddelaar: generieke woorden uit een goedbedoelde canon.

Ik laat me verleiden door het portret dat vriend James Ensor van hem maakte. Gérardy kijkt de 21ste-eeuwse zonderling die naar zijn sporen zoekt met even veel rock-'n-roll aan als Kurt Cobain door de lens van Anton Corbijn. Zijn energieke blik verhult het onbegrip voor zijn leven en werk: de verstoting uit de literatuur onomkeerbaar, een mislukt huwelijk onvermijdbaar, zijn dood eerloos.

Ich bin aus meinem Dorf, und das genügt mir. Gérardy's oude statement, toen bedoeld als intellectuele daad van verzet, echoot vandaag ironisch na: zijn naam ís niet verder geraakt dan de gedenksteen in zijn geboortedorp Maldingen en de gemeenteschool in Burg-Reuland die zijn naam draagt. Paul Gérardy is in de plooien van de tijd verdwenen. 

Gérardy's kleine universum op de zolder van het gemeenschapscentrum is recent verwijderd. Zelfs zij die de lokale cultuur hoort uit te dragen, krijgt Gérardy niet aan de mensen van vandaag uitgelegd.

Overmoedig neem ik me voor naar hem toe te rijden, vastbesloten met een foto huiswaarts te keren die toch een rimpel trekt. Een eerder e-mailbericht van de cultuurschepen van Burg-Reuland voorspelt nochtans niets goeds: Gérardy's kleine universum op de zolder van het gemeenschapscentrum is recent verwijderd. Sinds 1986 lagen er persoonlijke voorwerpen uitgestald, die opnieuw aan de rechthebbenden zijn terugbezorgd. Haar boodschap laat zich even vriendelijk als resoluut lezen: zelfs zij die de lokale cultuur hoort uit te dragen, krijgt Gérardy niet aan de mensen van vandaag uitgelegd.

Ook in de Paul-Gerardy-Gemeindegrundschule kan niemand de link met de naamgever leggen. De school bevindt zich in de Mierelter Weg, die vervaarlijk smal afdaalt naar dit fraaie stuk verkeersbrocante.

Drie of vier verkeerslichten vormen een kruispunt. Meer dan de verweerde verf verraadt de esthetiek van de dubbele halve boog de leeftijd. In de tijd van zwart-witfoto's kreeg hooguit de schoolbus hier 's ochtends groen gloeilamplicht alvorens de vermoeiende klim in te zetten.

Elke generatie heeft recht op haar herontdekkingen. Zoals dit uitgediende armatuur op mijn pad kwam, zo wordt Gérardy's erfenis op een dag uit een haperende schoollade getrokken. Ik wens het de jongeren toe, daar bergop in de Mierelter Weg.